Bemoediging 11 april
Bemoediging 11 april
![]() Met Pasen leggen Karel, Kest en ik onze steen van hoop neer, in de hoop dat het een grote stapel gaat worden. De burgemeester draagt als eerste zijn steentje bij. Allemaal omdat het met Pasen om die steen gaat, die het nieuwe leven niet tegen kon houden. Er staat een hoopvol lied in het Liedboek (918) over stenen: ‘Stem die de stenen breekt.’ Je hoort wel eens dat een operazanger een wijnglas kan laten breken. Maar zo’n teer wijnglas breken lukt mij ook nog wel – zij het niet zingend. Maar een steen breken. Met je stem. Dan hebben we het ergens anders over. Over de stenen, die zwaar liggen op ons hart. Loodzwaar. Ze kunnen ons eronder houden. Maar tegen de stem die ons gaande houdt, kunnen ze niet op. 1. Stem die de stenen breekt, tijding in duistere nacht, stem die in stilte spreekt: Ik ben nabij, wees niet bang. 2. Sprak al voor nacht en dag, voordat ik woorden sprak, stem die de schepping draagt: Ik ben nabij, wees niet bang. 3. Rondom mij in verdriet, dichtbij waar ik ook ben, angst ondermijnt mij niet: Ik ben het – dat is jouw stem. 4. Mocht ik de leegte zien, dan delen wij ook die. Ik zie en hoor je niet en ben niet bang: Jij bent hier. H.B. | ||
terug | ||