Bemoediging 14 mei Bemoediging 14 mei
Psalm 23. Misschien wel de bekendste psalm.
Het staat op het moment dat ik dit schrijf op het dagrooster van Taizé.

Een psalm die velen van ons juist misschien ook kennen van rouwdiensten.
Heel vaak wordt juist deze psalm door de familie gekozen om gelezen te worden in een afscheidsdienst.
En het ís ook een hele mooie psalm.
Een psalm die vol is van woorden van vertrouwen.
Vertrouwen dat je mag uitspreken als je afscheid neemt van iemand, als je iemand moet loslaten, uit handen mag geven in de liefdevolle handen van God.
Maar de psalm is méér.
De psalm heeft niet alleen iets te zeggen over de dood, maar juist ook over het leven.
Het is niet alleen een psalm die zegt dat je eens zult thuiskomen bij God maar ook een psalm die zegt dat je niet hoeft te verdwalen in het leven, omdat er een Herder is die je leidt.
Dit betekent overigens niet dat alle verdriet en ziekte, tegenslag en tegenstand aan jou voorbijgaat en het betekent ook niet dat al je gebeden verhoord worden, maar wel dat ze géhoord worden.
Juist ook als je oud bent en terugkijkt op je leven dan kan het bijna niet anders of er waren ook donkere periodes.
Je was zelf ziek of iemand van wie je veel hield.
Het gemis van die ene verloren aan de dood.
De tijd dat het financieel slecht ging en je niet wist hoe je de eindjes aan elkaar moest knopen.
Donkere periodes waarin je toen je er midden in zal bijna niet kon voorstellen dat er ook weer een andere tijd zou komen.
Ook David, de dichter van deze psalm, kent de schaduwzijden van het leven, ook hij kent de weg die gaat door een donker dal.
Ook al is er een herder die je leidt, de goede herder, de beste herder, dat betekent niet dat je levensweg dus altijd om het donkere dal heen geleid wordt via een omleidingsroute.
Soms moet je er dwárs door en is het donker om je heen en in je.
En velen van ons ervaren juist nú dat ze in zo’n donkere periode zitten.
Corona doet heel veel met ons, op veel terreinen.
Niet alleen David, niet alleen wij, maar ook Jezus kende dat donkere dal, de donkere nacht van Getsemané.
Bedroefd en angstig was hij.
Biddende of deze beker, de beker van het lijden, aan Hem mocht voorbijgaan.
Troostend kan het zijn als je midden in zo’n donkere periode in je leven zit, dat je dan weet dat ook Jezus dáár geweest is.
Dat wat jij meemaakt dat ook Jezus dat uit eigen ervaring kent.
Dat ook hij op die plek geweest is in zijn donkerste uren, die plek waar een mens zich van iedereen, ja zelfs van God verlaten voelt.
Daar waar God verborgen lijkt, zich lijkt te verstoppen.
Maar nog meer dan David mogen wij weten dat we nooit alleen zijn op die donkere weg, in dat donkere dal.
Ik vrees geen kwaad in het donkere dal.
Waarom niet? Want U bent bij mij.
Het is de kern van psalm 23, daar draait alles om in deze psalm.
Wat een wereld van verschil of God er is of dat Hij er niet is.
Wat een verschil of je dat allemaal in je eentje moet meemaken en verwerken of dat er een God is die bij je is, je helpt dragen, je kracht geeft om door te gaan.
U leidt mij van het donker naar het licht en ook al zie ik de weg even niet meer: Ik zal niet hopeloos verdwalen.
U hebt mij geschapen voor het licht en niet voor de duisternis, voor het leven en niet voor de dood.
Die stok en die staf, ze sláán je niet, nee ze helpen je om te gáán.
Ze geven moed om door te gaan.
Jezus ging door het donkere dal.
Hij werd door God verlaten opdat wij nooit meer door God verlaten zouden worden zegt het oude avondmaalsformulier.
Het mysterie, het geheim van het geloof.
Het wonder dat na Goede Vrijdag Pasen kwam.
Na duisternis en dood kwamen licht en leven.
In de weg van Jezus kwam psalm 23 tot leven, het werd waarheid en werkelijkheid.
En het is de Opgestane, de Levende Heer die tegen ons zegt: Ik ben met jullie alle dagen, ook de dagen en nachten in het donkere dal, en misschien juist daar wel want Hij weet hoe het voelt.
De Heer is met ons, van dag tot dag.
En dat zit hem niet in grote en spectaculaire dingen, niet vanuit een stem uit de hemel.
Het zit hem vaak in die kleine dingen.
De glimlach van een kind, dat bemoedigende woord van je buurvrouw, even boven jezelf uitgetild worden, het toeval dat geen toeval is, een onverwacht belangstellend telefoontje of meelevend kaartje.
Het zijn de kleine dingen die het hem doen zingt een lied.
En misschien is die grote God wel juist aanwezig in die kleine liefdevolle dingen die je weer doen lachen, weer licht doen zien.
Alle dagen, elke dag van je leven ben ik met jou, nooit ben je alleen.
Alle dagen totdat de wereld voltooid is, dus ook totdat jouw leven voltooid is.
Tot die laatste dag van je leven, geen einde maar een nieuw begin.
Terugkerend in het huis van de Heer, zittend aan tafel, je beker van geluk vloeit over.
Al je vijanden, alles wat je zo dwars zat, wat je leven donker en moeilijk maakte, al die vijanden: ze hebben het nakijken.
Daarom psalm 23: een psalm voor heel je leven, in leven en in sterven, in tijd en eeuwigheid.
K.J.


 
terug