Bemoediging 20 maart Bemoediging 20 maart

Stille stem
 
Een nieuwe dag – je wordt wakker, lekker geslapen, je voelt je goed. En opeens weet je het weer.
Gisteren gezien – die foto uit Bergamo: al die kisten op een rijtje; daarachter al de mensen die erin gelegd gaan worden, anoniem onder een laken.
Gisteren gedaan – een leeftijdsgenoot begraven met een handvol mensen, omringd door 900 lege plaatsen die vol hadden moeten zijn.
Je kijkt op je telefoon – een vriend heeft gebeld. Dat doet hij nooit ’s morgens. Even terugbellen. Ja, daar nu ook, Corona.
De dag gaat door – een man brengt boodschappen naar zijn oude vader. Zet ze op de stoep. Zwaait voor het raam. Rijdt terug.
Terloops verteld – een vrouw doodziek thuis, man ook niet gezond, hun kleine kinderen kunnen nu niet naar opa en oma. Maar naar wie wel?

Ondertussen gaat het leven ook zijn gewone gang – misverstanden ontstaan, mensen lijken overgevoelig en snel geïrriteerd.
Nee. Vandaag is niet m’n beste dag. Ik ben niet bang. Wel ontdaan en onrustig. Waar gaat dit naartoe? Een andere vriend vroeg naar mijn koers, het kompas. Goede vraag. Wat is troost? Wat geeft moed? Wat is die kracht van Boven? Een deus ex machina, die uit zijn hoge hemel gebeden moet worden om alles eens even recht te zetten – het staat me ver. En alle moois dat ik om me heen zie gebeuren – en wat gebeurt er veel moois: het helpt me nu even niet.

Maar sommige woorden komen boven. Komen binnen. Als een mantra. ‘Gods goedheid is te groot voor het geluk alleen.’ ‘Niet voor de afgrond hebt Gij ons gemaakt.’ En zelfs hoopvolle woorden dringen zich op: ‘de liefde zal nooit vergaan.’ ‘De Heer is mijn licht, waarom ben ik nog bang?’ ‘licht is sterker dan duister, leven sterker dan dood.’ Het is een wonderlijke mix van Barnard, Oosterhuis, Paulus, Psalm 27 en Tutu die me in mijn val opvangt.
De Naam van God fladdert in me voorbij: Ik-ben. ‘Hé mensje, Ik ben er ook nog.’ Misschien niet als goddelijke probleemoplosser. Maar als een gezel van de ziel, de stille stem in het hart, de vinger onder mijn kin die mijn hoofd opricht, een kalmte die mijn hartslag verlaagt.
Hij-is-er
Toch weer. ‘Nooit heb ik niets met U.’
Dat zijn ook weer van die woorden…
 
VRAAG: wat zijn de goede woorden die U dragen?

H.B.
 
 
 
terug