Bemoediging 15 t/m17 juni
Bemoediging 15 t/m17 juni
Op Stille Zaterdag kennen we de gewoonte om onze doop te gedenken. In gedachtenis brengen dat je eens ooit gedoopt bent. Zonder voorwaarden vooraf de onvoorwaardelijke liefde mogen ontvangen in het teken en het zegel van de doop. Gods uitgestoken hand aanvaarden: Je bent van Mij en Ik ga met je mee door het leven wat er ook gebeurt. Een uitgestoken hand die je niet zelf aanvaarde maar zij die jou lieten dopen. Zij die beseften: Het is ons kind maar ook kind van God die hem/haar het leven gaf. Het zo mooie van de kinderdoop: Je hoeft niet met 2 handen vol geloof en goede daden voor God verschijnen voordat je zijn Naam (‘IK zal er zijn’ ) op je voorhoofd mag ontvangen. Een belofte die een leven, een eeuwigheid lang, mee gaat. Gedoopt worden. Gedoopt zijn. Het is een eenmalig gebeuren, maar meer dan dat. Het mag levenslang je identiteit bepalen. Je hebt jezelf niet bedacht. Je mag het bedenken als je je afhankelijk voelt, als alles anders gaat dan je gedacht en gehoopt had. Als je je klein en onzeker voelt. Als je eigen projecten instorten. Als blijkt dat je het leven niet in de hand, niet onder controle hebt. Juist dan mag je weer even bedenken van Wie je er eentje bent en dat je niet leeft voor eigen rekening. Ik raad doopouders in het voorbereidende doopgesprek ook altijd aan om de doopdatum van hun kind op de kalender te zetten. En er dan elk jaar even bij stil te staan op die dag. Door de doopkaars aan te steken bijvoorbeeld en te danken dat je je een kind van God mag weten. Vandaag is het mijn doopdag. Op 12 juni 1958 ben ik gedoopt in de Gereformeerde kerk van het Oostgroningse Blijham. En ik ben er God nog altijd dankbaar voor dat mijn ouders mij lieten dopen en mij op het spoor van de Eeuwige zetten. Een Naam onuitwisbaar met mijn naam verbonden. K.J. | ||
terug | ||