Bemoediging 25-28 juni Bemoediging 25-28 juni
Ongeduld en volhouden

De laatste dagen, weken zelfs al, wordt de onvrede in Nederland steeds groter. Zijn de maatregelen nog wel nodig? Kan een anderhalve-metersamenleving wel bestaan? Waarom wel naar een pretpark mogen, maar niet naar de kermis? Waarom wel mogen vliegen, maar niet mogen vieren?
Enzovoorts.

Ik heb wel eens te doen met al die politici die het maar weer moeten verkopen. Zij weten natuurlijk ook donders goed dat er een hoop onlogica in de situatie van afschaling zit: deels onvermijdelijk, deels ‘al doende leert men’ – en van je fouten leer je het meest, deels wegen de economische belangen soms onvoorstelbaar zwaar.

Toch lijkt het mij onverstandig om vanuit een twijfelachtige gang van zaken te gaan twijfelen aan de zaak. We weten nog zo weinig van het virus, het kan vreselijk schadelijk zijn voor de gezondheid, er is nog geen vaccin en de statistieken laten zien dat voorzichtigheid helpt: eergisteren géén coronadode te betreuren in NL. Omgekeerd is de situatie in een land als Brazilië explosief vanwege een overheid die maatregelen nalaat.

Het wordt dus volhouden. En wie weet voor hoe lang? En wie weet precies hoe? Gisteren heb ik een tijd lang met collega’s zitten praten over de vraag wat wijsheid kan zijn als het september wordt: gaan we weer fysiek vieren? En zo ja: hoe? Gelukkig gaan predikanten niet over die vraag, maar als je er even bij stilstaat ga je beseffen hoe lastig het wordt om liturgisch weer op te starten.

Laten we ondertussen van volhouden een deugd maken. Niet chagrijnig worden omdat we er wel een keertje klaar mee zijn; niet de handdoek in de ring gooien omdat we terug naar vroeger willen: het virus heeft daar geen boodschap aan en zal zijn kans grijpen als die het ziet. Nee, geduld en zelfbeheersing heten vruchten te zijn van de Geest, waar we met Pinksteren nog zo blij mee waren.

Laten we volhouden vanwege het geloof dat God ons nabij zal zijn, vanwege de hoop dat we het niet voor niets doen, en vanwege de liefde die ons gaande houdt in de richting van Gods koninkrijk. Dan komt er een tijd dat we met Timoteüs kunnen zeggen: “ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden” (2Tim.4:7).

H.B.


 
terug