Nadere informatie over de gespreksavonden Inclusiviteit
Nadere informatie over de gespreksavonden Inclusiviteit
Ter voorbereiding :
Avond 1 > 25 februari 2025
We vragen u de bijlage bij deze Kerkvensters over begrippen en notities met betrekking tot inclusiviteit, voorafgaande aan de avond, door te lezen en te noteren wat voor u twee onderwerpen of thema’s zijn die je het meest belangrijk vindt. En noteer ook twee onderwerpen waarvan u persoonlijk vindt dat daar aandacht voor moet zijn of moet komen in de eventueel nieuw te vormen gemeente.
Avond 2 > 4 maart 2025
We vragen u, voorafgaande aan de avond, Romeinen 14 door te lezen en te noteren wat voor
u twee onderwerpen of thema’s zijn die je het meest belangrijk vindt. En noteer ook twee onderwerpen waarvan u persoonlijk vindt dat daar aandacht voor moet zijn of moet komen in de eventueel nieuw te vormen gemeente.
Avond 3 > 6 maart 2025
Als u thuis afbeeldingen/foto’s/voorwerpen hebt die u inspireren als het over inclusiviteit gaat, dan vragen we u die mee te nemen. Dit is geen verplichting. Op de avond zelf zullen ook afbeeldingen ter beschikking zijn.
Graag tot ziens en vergeet vooral, op de avond zelf, uw huiswerk niet mee te nemen!
Namens de regiegroep
Gerko Warner, voorzitter GK (06-24492721)
Marinus Dunnewind, Voorzitter HG (06-28972026)
Bijlage t.b.v. gemeenteavond 25 februari 2025
Inclusiviteit
Begripsbepaling
Algemene perspectieven op ‘inclusiviteit’
- Inclusiviteit bestaat alleen als er ook exclusiviteit is. Inclusiviteit gaat daarmee over een zekere groep, een deel van het geheel. Wie hoort erbij, wie mag meedoen, en wie dus ook niet. Inclusiviteit gaat over de ‘stretch’, over de bandbreedte, waarin verschillen kunnen/mogen bestaan. Want dat mensen verschillend zijn is een gegeven. De vraag is in hoeverre dit ‘mag’…
- Inclusiviteit gaat over ‘je thuis voelen’, je erbij voelen, deel zijn van. Dat is een heel persoonlijke aangelegenheid. Voor mensen met een handicap is dit een vaak terugkerende vraag. De ‘vragende’ partij (mag ik erbij horen) is vaak de minderheid. De ‘ontvangende’ partij (laten we jou erbij horen) de, of een, meerderheid.
- Inclusiviteit gaat daarmee ook over ‘macht’. Over wie bepaalt de grenzen, of wie bepaalt wat ‘goed’ en ‘fout’ is, wat ‘mooi’ en ‘niet-mooi’ is. Ook wat ‘waar’ en ‘niet-waar’ is. In het verlengde hiervan spelen ook thema’s een rol als ‘mag ik kritische vragen stellen’, ‘wie krijgt ‘de macht’ en het leiderschap (en wie niet)’, en daarmee raakt het eveneens aan het thema ‘mag/kan ik mijzelf zijn’. Want waar inclusiviteit zichzelf zodanig versterkt heeft, wordt voor mensen bepaalt wat wel en wat niet te zeggen en/of te geloven. Bewust én onbewust.
- Inclusiviteit heeft de neiging zichzelf te versterken. Om de spanning draaglijker te maken, meer comfort te halen uit ‘de groep’, worden de randen vermeden. Door strakke lijnen, duidelijke grenzen, en heldere kaders te zetten.
- Inclusiviteit gaat over de onderlinge band. Het is een relationeel begrip. Het gaat daarmee ook over de essentie waarom ‘de groep’ bestaat. En tegelijk gaat het ook over de randen (en dynamiek) van die groep. Daar waar het ‘normale’ ‘het vreemde’ raakt. Inclusiviteit is dus een begrip vol van spanning.
- Inclusiviteit is altíjd een vraagstuk. De inclusie-paradox is ‘wees jezelf, en pas je aan’. Deze spanning, deze dynamiek is er altijd. Als individu tegenover de groep (voel ik mij thuis, mag ik mijzelf zijn, kan ik een bijdrage leveren, haal er voldoende uit, of besluit ergens anders deel vanuit te gaan maken), en ook als groep tegenover het grotere geheel (denk aan de landelijke kerk, dan wel de maatschappij).
- Inclusiviteit is niet alleen een relationeel begrip. In het kader van ‘dingen gedaan krijgen’ (de taak-functie van een groep of organisatie) speelt inclusiviteit ook een belangrijke rol. Worden alle perspectieven gehoord als er een uitdagende vraag op tafel ligt? Nemen we besluiten met elkaar in plaats van voor (of nog erger óver) elkaar?
- Harmonie is de positieve waarde van inclusiviteit. Harmonie is niet hetzelfde als de afwezigheid van conflicten. Conflicten zullen er altijd zijn, omdát we van elkaar verschillen. Daarom is harmonie het resultaat van hoe de groep omgaat met verschillen. Lukt het omgaan met verschillen niet goed, dan ontstaat ‘fragmentatie’, een voorbode voor polarisatie (wij-zij denken). En hoewel een beetje fragmentatie niet erg is (men zoekt nu graag het comfort van ‘eigen’ mensen), een teveel aan fragmentatie leidt tot interne problemen (waarbij de energie niet gaat zitten in de ontwikkeling of verdieping van het ‘waarom’ de betreffende groep er is).
…
Inclusiviteit in theologisch perspectief
- Er is een ruim aanbod van genade, en tegelijk is er iets zoals ‘waarheid’. Jezus was er voor de minderheden. De zwakkeren, het ‘uitschot’, de ‘niet gehoorden’. Er is ruimte bij Jezus voor kinderen en Hij wil eten bij de zondaren. Gekomen om degene op te zoeken die verloren gaat.
En tegelijk is daarbij ook de oproep heel helder ‘en zondig niet meer’. Geroepen tot volgen. ‘Volg jij mij’. Een persoonlijke opdracht overigens. Niet een opdracht tot aansluiten bij zoiets als een kerk, een groep. Dat is meer een gevolg dan een opdracht.
- Eenheid in verscheidenheid. We zijn elkaar broeders en zuster, want we volgen Jezus. Daarin ligt ook de kern, dat is de hoofdzaak. Is dat trouwens een voorwaarde om naar de kerk te komen, dat je Jezus volgt? Of mag je ook als zoeker, als twijfelaar, als ‘ongelovige’ naar de kerk komen, daar een plek krijgen?
We vullen bepaalde zaken heel anders in. De liturgie, de geloofsuitspraken, van wat een ‘christelijke levenswandel’ is. Of we letterlijk de tekst uit de Bijbel als richtsnoer nemen, of dat er ook iets als ‘dialoog’ is en ruimte voor ‘mijn tekst’ en ook ‘mijn tijd’. ‘Uw overtuiging is een aangelegenheid tussen u en God’, schrijft Paulus in Romeinen 14. Hoe lezen we de oproep tot éénheid? Is er een blauwdruk van hoe we kerk behoren te zijn, inclusief welke ‘set van waarheden’ we dienen te geloven?
- Een missionair perspectief. In de wel bekende tekst Johannes 3:16 staat ‘want alzo lief had God de wereld’. Dat is inclusiviteit vanuit Gods perspectief. In de ‘Missio Dei’ is God op zoek naar wat Hem toebehoort, en dat is alles niet waar?
Waar en hoe vindt de uitwisseling plaats tussen ‘de kerk’ en ‘de wereld’. Trekken we ons terug in afzondering hopende dat uit die vroomheid een zeker appél uitgaat (denk aan de monniken), of hebben we ‘bij de jood een jood, en bij de griek en griek’ te zijn (Paulus). In de apologetiek en christelijke filosofie wordt het gesprek gevoerd met hedendaagse ‘waarheden’, als een tegenargument en als een boodschap. Tegelijk als een ontdekkingstocht voor het eigen begrip en denken. Hebben we niet de ander nodig om zelf tot ontwikkeling/verdieping te komen? In welke mate worden we opgeroepen om uit onze ‘comfortzone’ te komen en die dynamische randen op te zoeken van ‘onze’ kerk?
- “Wie onbarmhartig exclusief is, wordt door Jezus hartstochtelijk tot de orde van de inclusiviteit geroepen, van mildheid en nederigheid. We hebben een cadeau gekregen dat we niet verdienen. Tegelijkertijd: wie ongedifferentieerd inclusief is, wordt door Jezus tot de orde van de exclusiviteit geroepen van het dienen van de ene God in Jezus Christus. Elke andere vorm doet te kort aan de grootheid van God en aan de barmhartigheid.”, schreef (zei) Bernhard Reitsma bij zijn afscheid als Lector (onder de titel Religiously Exclusive, Socially Inclusive).
(ik moet hier ook denken aan een uitspraak die iemand opdeed in een klooster in Frankrijk. De pater van dienst nodigde iedereen aanwezig uit tot het Avondmaal. “Want”, zo zei hij, “Jezus is niet van de kerk, de kerk is van Jezus. Wie tot Hem wil komen, daar biedt de kerk een plekje aan.”
- “Opdat u ten volle zou kunnen begrijpen, met alle heiligen, wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is, en u de liefde van Christus zou kennen, die de kennis te boven gaat, opdat u vervuld zou worden tot heel de volheid van God.” Efeze 3:18. We hebben elkaar dus nodig, om de Liefde van Christus te leren kennen. Er is plaats voor verschillende perspectieven, verschillende ervaringen. Misschien juist ook wel die perspectieven die zo raar, zo anders zijn. Die ongemakkelijk voelen, vervelend, die een groot appél doen om ‘hervormd te worden in ons denken’. Is een ‘fijne’ kerk wel een ‘goede’ kerk? Is God ook niet vaak die ‘gans Andere’, onbevattelijk?
|